Fascinatie is de sleutel tot kwaliteit

Een pijporgel voor mezelf English text Nederlandse tekst

Juni en november 2016

Hoe het begon

Mijn fascinatie voor het orgel als een muziek- en technisch instrument bestaat al mijn leven lang, zoals ik elders op deze website heb beschreven. Maar in 2013 kreeg ik een nieuw idee. In dat jaar kocht ik samen met een compagnon een bedrijfshal om mijn auto's te stallen en eraan te werken. Maar eigenlijk is het een grote ruimte en, hoewel die ruimte veel sneller dan ik me tevoren had voorgesteld vol stond met auto's en onderdelen, is er boven de auto's eigenlijk in de hoogte nog veel lege ruimte. Waarom zou ik geen orgel opbouwen in mijn eigen hal?

In mei 2013 ontdekte ik een interessant verwaarloosd klein pneumatisch orgel, gratis aangeboden in Vlaanderen omdat de kloosterkapel binnen korte tijd zou worden herbestemd. Het was precies mijn stijl: zeer romantisch, met alleen 8' en 4' stemmen. Ik geloof dat dit de eerste keer was dat ik overwoog om echt een orgel voor mezelf te verkrijgen. Niet in de eerste plaats om op te spelen, maar om het uit elkaar te halen, weer in elkaar te zetten, eraan te werken, erop te spelen en van dat alles te genieten. Ik zag echter wel behoorlijk op tegen het zware werk om de windladen en de speeltafel van het balkon naar beneden te krijgen. Dus ik twijfelde en … binnen en paar dagen was het orgel verdwenen … Maar niet als interessant instrument: alleen het interessantste pijpwerk werd eraf geroofd …

Een jaar eerder, in mei 2012, werd er een orgel aangeboden in een Nederlands orgeltijdschrift. Hoewel dit orgel gedeeltelijk vernieuwd was, was het toch interessant. Het kon worden beschouwd als het kleine zusje van het 'orgel van mijn jeugd', het orgel dat Pels in 1939 (om)bouwde in de Bonifatiuskerk in Alphen aan den Rijn. Omdat ik als adviseur betrokken was bij het proces om in deze kerk een koororgel te realiseren, stelde ik dit orgel als kandidaat voor. Om allerlei redenen heeft het echter niet mogen uitdraaien op plaatsing van dit orgel (zie voor meer details de volgende pagina).

Pas in december 2014 ontstond het idee om deze kandidaat zelf te kopen en op te bouwen in mijn hal. Omdat dit geen groot orgel was en overal werd gezegd dat meer overtollige orgels op de markt zouden verschijnen vanwege kerksluitingen, besloot ik om de tijd te nemen om rond te kijken.

Redenen om een pijporgel voor mezelf te verwerven

Het pijpwerk van het positief van het  Verschueren-orgel dat ik verwierf

Waarom zou ik mezelf ten doel stellen om een pijporgel te verwerven en dat op te bouwen in de bedrijfshal? Daar zijn verschillende redenen voor aan te voeren:

  • Het demonteren, weer in elkaar zetten en aanpassen van een pijporgel en het weer perfect werkend maken is voor mij een ongelooflijk inspirerende bezigheid.
  • Als het orgel van mijzelf eenmaal klaar is, dan heb ik ook mijn eigen studie-instrument.
  • Het is spijtig, maar doordat het tegenwoordig vaak voorkomt dat kerken sluiten als gevolg van het teruglopen van het aantal betrokken parochianen en de beschikbare budgetten, raken orgels wel eens overcompleet. Afhankelijk van de herbestemming van deze kerkgebouwen, moeten orgels soms uit de kerk verwijderd worden. Ik kan ze een relatief goede bestemming geven, als je je realiseert dat er anders voor deze orgels niet anders rest dan ofwel totale sloop (de container!) of hoogstens het eraf roven van het pijpwerk.
  • De orgels die werden gebouwd in het tijdperk van zeg 1900 tot 1960 krijgen de minste belangstelling omdat vaak gezegd wordt dat ze geen artistieke of ambachtelijke waarde hebben en daarom uit historisch oogpunt het minst interessant zijn. Dit kan soms waar zijn, maar het is zeker geen regel. Bovendien is er minder belangstelling voor deze orgels omdat ze gebouwd zijn met pneumatische of electropneumatische tractuur (toets- en registeroverbrenging), in plaats van met de klassieke mechanische tractuur, met abstracten en sleepladen. Tegelijkertijd interesseert mij deze pneumatische of elektropneumatische tractuur het meeste. Dit is zowel omdat de stijl van deze instrumenten mij aanspreekt als omdat ik de technische complexiteit van deze instrumenten interessant vind en bovendien concentreren de meeste orgelbouwers zich op de manier waarop orgels werden gebouwd vóór de twintigste eeuw en daardoor kwalificeren ze zich minder om te werken aan deze twintigste-eeuwse orgels.
  • Door dit te doen in mijn eigen bedrijfshal, heb ik alle vrijheid te doen wat en wanneer ik wil; ik heb alleen te maken met mijn compagnon met wie ik de bedrijfshal deel.
  • Ik kan de kennis die ik opdoe tijdens het demonteren, restaureren en weer opbouwen van zo'n orgel gebruiken als ik werk aan een dergelijk orgel dat nog immer zijn diensten vervult in de kerk. Zoals gezegd is deze kennis bepaald geen gemeengoed meer onder hedendaagse orgelbouwers.

Toen ik hiermee actief aan de slag ging, kreeg ik de kans twee orgels en een aardige verzameling orgelonderdelen te verkrijgen. Meer daarover op de volgende pagina's. Met name het demonteren van het Verschueren-orgel is overvloedig geïllustreerd!

Het idee is dus uiteindelijk er één orgel van te maken, niet zozeer een orgel dat er fraai uitziet, maar een orgel dat goed werkt en min of meer op een inspirerende manier is samengesteld. Heel hoge eisen stel ik niet, want het budget ontbreekt daarvoor. (Aan de andere kant, degenen die mij kennen … toen ik een vriend vertelde dat ik een bepaalde klus aan mijn huis niet perfect zou doen, zei hij: "als jij zegt dat het niet perfect zal worden, dan is het nog steeds perfect". Ik denk niet dat hij helemaal gelijk had, maar er zit ergens wel iets in.)

Op de volgende pagina's zullen we zien hoe dit idee uitkristalliseert. Ik heb nog geen idee waar het eindigt …

Overzicht: verkrijgen en demonteren van orgels

De eerste vondst: een klein orgel met electropneumatische sleepladen van Pels

Wat nu? En een zwelmachine en jaloezieën, windmachine en windladen

Uitgebreid geïllustreerd: de demontage van een electropneumatisch orgel van Verschueren

Een magazijnbalg uit 1891

Met vriendelijke groeten,
Rens Swart