Opmerkelijk voor mijn voorkeur is dat ik van grote, strak vormgegeven auto's hield. Auto's met een ietwat hoekige vormgeving maakte men eigenlijk alleen maar in de jaren 1980. De mooiste exemplaren daarvan waren in grote lijnen hoekig maar in de details strak en vloeiend afgerond. Opmerkelijk is met name dat deze smaak van mij tot op de dag van vandaag (25 jaar later) niet is veranderd!! De Rover SD1 hoort daar eigenlijk niet bij, omdat hij zoals ik toen al opmerkte toch wat ouderwets was met randjes en chroom. De Jaguar XJ40, een relatief late liefde van mij die toen nog totaal niet in beeld was omdat je die zelden zag en hij financieel ruimschoots achter de horizon schuilging, behoort daar achteraf gezien echter beslist bij!
De eerste auto die aan de zojuist omschreven smaak voldeed, was de Ford Granada, gemaakt van 1977 tot 1985. Hoekig en strak, vlakke iets bolle panelen die het licht mooi kunnen weerkaatsen en chroomranden die dat mooi accentueren. De 2,8i Ghia met zijn lichtmetalen velgen en ronkende V6 was natuurlijk het aantrekkelijkst. Ja, dit was enige tijd mijn favoriet, volgens mij al rond 1980. Ik vermoed zelfs dat in die tijd de Rover SD1 nog niet in beeld was.
De opvolger van de Ford Granada verscheen in 1985. Een enorm verschil! De Ford Scorpio was echter ook erg fraai, met name de vloeiende vormgeving van de achterkant met de grote achterklep. Het is duidelijk dat deze luxe wagen was geïnspireerd op de Rover SD1. Tot dan toe was een 'fastback', zoals dit later bij Rover heette, niet bepaald gewenst voor een klassewagen. Later verscheen van de Scorpio dan ook een uitvoering met kofferbak, destijds absolute voorwaarde wilde je er als zakenman mee voor de dag kunnen komen (dat is inmiddels totaal veranderd, hoe kan dat?). Ik vond het niks en zonde van het mooie ontwerp. De Scorpio was relatief betaalbaar voor zijn enorme binnenruimte en had als eerste productiewagen standaard ABS. Ja, ik vond deze Ford ook fraai.
Later in 1990 heb ik nog wat wagens 'gekeurd'. Bij alle wagens ging het erom dat ik al wel waardering had voor het exterieur, gewoon door ze op straat te zien en met mijn neus tegen de etalageruit van autobedrijven te staan, maar dat ik het interieur nooit had kunnen leren kennen. Ik had immers geen buren of familie met dit soort bijzondere auto's en reisde nog bijna uitsluitend per fiets en trein. Pas in 1990 durfde ik het aan om bij een autobedrijf ook het interieur van de Ford Scorpio nader te onderzoeken. Uit mijn verslag van 14 maart 1990:
De Scorpio is achterin absurd ruim, iets ruimer dan de Omega (de anderen heb ik er niet mee vergeleken). Maar voorin valt op dat je hoog zit en vrij dicht bij het stuur. Het ontbreken van dat ingebed zitten van de Rover is hier het sterkst. Het dashboard en de middenconsole omsluiten je niet, je zit er vóór, alsof het een rechtop staande plank is. Dan zit de Rover dus leuker, maar hij is hierin absoluut de enige. (…) Het dashboard en het interieur van de Scorpio maken een onplezierige indruk: wel mooi rond vormgegeven, met vloeiende lijnen overal, maar van iets glimmend zwart plastic, hetgeen er nogal goedkoop uitziet. Van binnen niet mooi om in te zitten.
In Opels ben ik nooit geïnteresseerd geweest, hoewel de Omega wel paste bij mijn hiervoor beschreven voorkeur voor een strakke vormgeving. Overigens vind ik de hedendaagse Opel Insignia een lelijke kloon van de Rover 75, die toch echt twaalf jaar eerder verscheen en nog een stuk mooier is ook, en kan ik het niet uitstaan dat de naam van het zeer bijzondere Jaguar-optiepakket 'Insignia', waarmee een van mijn Daimlers is uitgerust, door Opel gejat is om op een doodgewoon autotype te plakken! Niettemin vond ik mijn commentaar van 1990 op de Opel Omega zo interessant en karakteristiek voor Duitse auto's, dat ik het hier citeer.
De Opel geeft een iets andere indruk dan de Scorpio: je voelt dat alles 'glad, hard, kaal en kil' is. Deur, bekleding, stoel, vloer, uiterlijk van het paneel. Geen hout aan. Zeer eenvoudige instrumenten, niet eens nog een beetje rond vormgegeven als in de Scorpio. Niet zozeer goedkoop als wel eenvoudig. Nee: onaantrekkelijk, onpersoonlijk.
Een erg mooie auto vanwege zijn gestrekte lijn en strakke afwerking heb ik altijd de in 1979 geïntroduceerde Mercedes S-klasse gevonden. Het interieur viel me nog niet eens mee, maar bijgebleven zijn me de ruimte achterin en de stoelen die heel merkwaardig aanvoelen, waarschijnlijk doordat ze met binnenvering zijn uitgerust in plaats van met schuim. Overigens zie je deze auto sinds 2012 vaker op de Nederlandse wegen, waarschijnlijk omdat ze in Duitsland niet meer in steden mogen rijden en de beste exemplaren van deze Liebhaberfahrzeuge nu naar Nederland worden uitgevoerd.
De in 1989 geïntroduceerde Amerikaanse Ford Thunderbird verscheen op de markt in de tijd dat ik deze oordelen vormde. Ik vond hem prachtig: weliswaar niet hoekig maar wel strak, lang en gestroomlijnd. Bovendien was het een auto voorzien van typisch Amerikaanse ultieme luxe waartegen de toenmalige Omega's en Scorpio's wel heel erg bleekjes afstaken. En nog betaalbaar ook. Nou ja, toen net nieuw dus voor mij nog lang niet betaalbaar …
Ik zei al dat mijn smaak in de loop der jaren niet erg veranderd is. Deze auto's vind ik dus nog steeds mooi, al wordt er heden ten dage ook wel eens wat moois gemaakt. Het merkwaardige is, en dat overkomt mij vaker, dat hetgeen ik het meest waardeer door anderen inmiddels juist het minst gewaardeerd wordt. Zo is de Corvette uit de tachtiger jaren de minst gewaardeerde van allemaal. Hetzelfde geldt voor de Jaguar uit de jaren tachtig, de XJ40, maar daar heb ik het nog niet over gehad (daar ga ik verscheidene pagina's aan wijden). Voor mij een voordeel is dat de door mij meest gewaardeerde auto's dus inmiddels voor een prikkie te koop zijn. Maar een rechtgeaard autoliefhebber weet ook dat de aanschafkosten (bij dit soort 'ouwe bakken', zoals ze door respectloze lieden ook wel worden aangeduid) in het niet vallen bij de kosten die je er daarna aan zult hebben.
|
De Ford Granada, hier een afbeelding uit een brochure van de 2,8i Ghia, de meest luxueuze uitvoering, vond ik altijd prachtig: strak en hoekig, glad en zonder tierelantijnen. En dat vind ik nog steeds …
De opvolger van de Granada: de Ford Scorpio, totaal anders! Gestroomlijnd met een duidelijk op de klassewagen Rover SD1 geïnspireerde achterklep. Vond ik ook mooi!
Nooit mijn favoriet maar toch altijd met enige bewondering bekeken: de Mercedes S-klasse, een tamelijk strakke, vooral erg gestrekte wagen. Nauwelijks te geloven dat hij in 1979 werd geïntroduceerd!
Zodra de met alle grove slagschipachtige glimbakken brekende Ford Thunderbird in 1989 verscheen, vond ik hem mooi. Lang en glooiend, met alle luxe op zijn Amerikaans.
|